Deel 15
"Volgens mijn vader kon er maar één kapitein op het schip zijn"
Interview met Bob Bruijsten van kraanverhuurbedrijf Kuiphuis
Op zijn zeventiende kreeg Bob Bruijsten, net als zijn twee broers een eigen bv.
Hun vader Piet Bruijsten, toenmalig eigenaar van het kraanverhuurbedrijf Kuiphuis, wilde een eventuele overname vroeg regelen. ‘En’, zei hij volgens zijn zoon, ‘Er mag maar één kapitein op het schip zijn’. Zo kan het dat in 2007, negen jaar later, zoon Bob de zaak zonder moeilijke constructies overnam. Het bedrijf, dat een tragische historie kent voordat Bruijsten senior het begin jaren tachtig overnam, kreeg door hem en zijn zoon zo een glorieuze toekomst.
Zaken vroeg regelen
Volgens Bob komt de soepele opvolging met name door de tijdige voorbereiding van zijn vader. “Het liep heel gesmeerd. Ja misschien is het wel een succesverhaal”, beantwoordt de huidige eigenaar desgevraagd. Zijn vader wilde niet dat het bedrijf teveel van hem afhankelijk was. “Doordat hij toen al meerdere vestigingen had, was hij al gewend om afstand te hebben.” Toch dient de vraag zich aan of dát het enige was waardoor hij bereid was om de zaken zo vroeg en goed te regelen. Zijn vader nam veertig jaar geleden de zaak over van de weduwe van Kuiphuis. Wellicht dat het overlijden van zijn voorganger hem ertoe had aangezet om de boel goed te regelen voor zijn kinderen? Bob kijkt even bedenkelijk, maar zegt dan resoluut dat hij niet denkt dat dat er iets mee te maken heeft gehad.
Rijke en tragische historie
Kuiphuis Kraanverhuur heeft een ontstaansgeschiedenis die teruggaat tot in 1908. Het begon met een kruidenierswinkel van de familie Kuiphuis in Oldenzaal. Later kwam daar een smederij bij en door de Tweede Wereldoorlog ging het bedrijf zich meer richten op carrosseriebouw. De kranen kwamen pas in 1972 in beeld en vijf jaar later had het bedrijf vijf kranen om te verhuren. In 1982 werd de familie Kuiphuis en het bedrijf opgeschrikt door een noodlottig ongeval. Henny Kuiphuis en zijn zoon Dick kwamen om bij een vliegtuigongeluk in Frankrijk. “Ze waren onderweg naar een kraanfabrikant. Je kon in die tijd niet zomaar even met de auto naar Zuid-Frankrijk rijden, dat ging toen niet zo gemakkelijk als nu. De fabrikant vloog daarom altijd zijn klanten in”, legt Bob uit. De heer Kuiphuis en zijn zoon kwamen om het leven met acht andere inzittenden van het vliegtuigje dat tegen een berghelling was gevlogen.
Overname door Bruijsten
Piet Bruijsten, geboren Brabander, was in die tijd met zijn vrouw in Twente komen wonen. Hij werkte als bedrijfsleider bij een ander bedrijf, maar hij werd getipt om eens met mevrouw Kuiphuis te gaan praten. In 1984 besloot hij om het gehele bedrijf over te nemen en voort te zetten. Na de oliecrisis trok de economie weer aan en daar wist Piet goed gebruik van te maken. In de loop van de jaren richtte hij een Duitse vennootschap op en hij nam twee kraanbedrijven over in Neede en Twello. Toen hij veertig werd, in 1998, besloot hij zijn drie zoons een eigen bv te geven om in de jaren die volgden zelf meer afstand te kunnen nemen. “Zijn gedachte was, als het bedrijf alsnog verkocht wordt aan een externe partij dan moeten ze het maar van vier bv’s kopen. En ik herinner me het nog goed dat we ineens het oprichtingsgeld op de rekening hadden staan voor die bv’s. En ook hoe ik en mijn broers ervan baalden dat we die guldens weer moesten afstaan”, blikt hij met een glimlach terug.
Vanzelfsprekende opvolging
Hoewel het duidelijk was dat hun vader openstond voor opvolging door een van zijn kinderen, werd opvolging nooit concreet besproken. Bob had zijn wens ook nog nooit echt uitgesproken en hij was er ook niet echt mee bezig geweest, tot hij dat in 2006 bedacht het wel te willen. Na zijn Studie Small Business vertrok Bob naar Brabant om bij een kranenfabrikant aan de slag te gaan. “Ik had ze daar al wel verteld dat ik eventueel in het bedrijf van mijn vader kon stappen, maar ik had daar nog geen plan voor. Ik beloofde ze om ze er tijdig van op de hoogte te stellen, mocht ik dat plan wel opvatten. Dat moment kwam in 2006. Ik werkte als verkoper en ik stelde mezelf nog enkele doelen bij dat bedrijf om het werk daar af te ronden”. In januari 2007 maakte Bob de overstap naar het bedrijf van zijn vader in Oldenzaal. Op de vraag hoe hij de overstap met zijn vader heeft besproken, moet Bob diep nadenken: “Ik heb het denk ik gewoon gezegd. Het was geen issue, ik kon gewoon komen.”
Broers doen wat anders
Bob was geen vreemde binnen het bedrijf van zijn vader. In de tijd dat hij studeerde liet zijn vader hem al enkele dagen in de week werken in de verhuur van kranen. “Toen ik nog jonger was, had ik mijn zaterdagbaantje bij Kuiphuis. Ik mocht toen kranen wassen”, vertelt de opvolger. Ook in de familie was het feit dat Bob dus die ene kapitein op dat schip zou worden op geen enkele manier een punt van discussie. “Mijn broer Peter heeft niets met techniek, hij is een echte verkoper. Hij verkoopt nog ijs aan een Eskimo”, zegt Bob droog. In het verleden is het weleens ter sprake gekomen. “Ja, hij heeft zich weleens hardop afgevraagd of hij ook niet in het bedrijf had gewild. Direct daarop relativeert hij dat dan vaak door iets te zeggen als dat hij het nu ook wel naar zijn zin heeft.” Zijn jongste broer Joost studeerde in Rotterdam toen Bob in het bedrijf kwam werken. “Hij is veel slimmer dan ik en hij heeft daar nu ook een betere baan”, zegt Bob met trots in zijn stem.
Broers niet tekort willen doen
De daadwerkelijke overdracht van het bedrijf kwam al een jaar nadat Bob er kwam werken in 2008. Dat zou eigenlijk een jaartje later zijn, maar vanwege het succes van het bedrijf werd dat vervroegd omdat een overname anders onbetaalbaar zou zijn voor hem. “Er werd een overnamesom bepaald en ik kocht mijn broers uit. Zij hadden daarmee dus een klap geld verdiend, maar ik vroeg me wel af hoe het zou zijn als het mij goed zou gaan in de toekomst”, vertelt hij. Hij was bang dat de overnamesom, terugkijkend vanuit de toekomst laag zou lijken bij succes. Hij was niet zozeer bang voor gedoe, maar wel voor z’n eigen gemoedsrust. Hij wilde niet dat hij er ten onrechte meer aan over zou houden. En toen bereikte in 2010 de financiële crisis ook de bouw. “Ik weet het nog goed. De telefoon ging hier ineens niet meer over. Ik heb nog gecheckt of de telefoon kapot was. Het ging echt van het een op het andere moment. De markt klapte helemaal in.” En toen ging het financieel even helemaal niet beter met Bob dan met zijn broers. “Een accountant zag er brood in, die kwam mij vertellen dat ik de overnamesom met terugwerkende kracht ter discussie moest stellen, dat ik mijn broers dus geld terug moest vragen. Die man heb ik op straat gezet”, zegt hij vurig. “Dat doe je toch niet!”. En daarmee was de twijfel van Bob ook verdwenen dat hij zijn broers misschien tekort had gedaan.
Familiebedrijf is kernwaarde
Familie is belangrijk voor Bob. Het woord familiebedrijf is niet voor niets een kernwaarde van Kuiphuis. “Ik gebruik soms de quote dat het woord ‘ik’ niet in het woord ‘familiebedrijf’ voorkomt. Daarmee is de kernwaarde ‘continuïteit’ vervangen, omdat dat al ligt besloten in het woord familiebedrijf volgens de directeur. “Ik wil dat het bedrijf niet afhankelijk is van mij. We doen het met elkaar”, zegt hij. Bij de zeven vestigingen van het bedrijf werken honderd mensen. Hij wil graag dat de medewerkers zichzelf redden en zelf oplossingen vinden. “Als iemand een probleem heeft, dan zeg ik weleens voor de grap ‘mooi bij je houden’. Op mijn bureau stond eens een bordje met de tekst ‘Verder dan hier kan je het niet afschuiven’. Nee hoor”, zegt hij dan, “Dat is een geintje. Maar dat dit een familiebedrijf is, is alleen maar zo omdat een privépersoon de aandelen bezit. Dat is het familiekapitaal.” Bob ziet het als zijn taak om daar goed op te passen en om dat door te geven, maar zijn kinderen Roos en Rens zijn nu nog te jong om te kunnen zeggen of zij daar een rol in kunnen spelen. “Hoewel, de jongste is wel echt een directrice, maar dat zal ik niemand hier maar aandoen. Ze is vier”, zegt hij lachend. Op de vraag of verkopen ooit een optie is roept hij plots: “Ja daag!” Dat is dus kennelijk geen optie. “En mijn vader dan?”
‘Foutjes’ maken
Toen Bob het bedrijf inkwam dacht hij: “Ja, ik kan het wel willen, maar ik moet het ook kunnen”. Daarom werkte hij vier jaar samen met zijn vader. “Soms zat ik vanachter mijn bureau gewoon naar mij vader te luisteren om te horen hoe hij de dingen aanpakte.” Vanaf z’n vijftigste ongeveer is senior telkens een dag minder gaan werken om de zaak steeds meer aan Bob over te laten. “Hij kon heel goed afstand nemen en anderen heel goed fouten laten maken”. En dan zegt hij met enige voorzichtigheid: “Ik heb zo ook weleens mijn foutjes gemaakt.” Op uitnodiging om daar meer over te vertellen, steekt hij van wal: “Ik had eens een verkoopgesprek gehad en ik dacht dat het een goed gesprek was geweest. Mijn vader vroeg me ernaar en ik zei ‘joah, ging wel goed’. In een tweede gesprek moesten we het contract tekenen en dat ging ook vrij goed, vond ik.” Bob neemt even een pauze, maar zegt dan: “Spreek ik die man zes jaar later weer, zegt die vent ineens ‘weet je nog, toen en toen. Dat gesprek?’. Natuurlijk wist ik dat nog. ‘Dat ging eigenlijk niet zo goed he?’, zei hij ineens. Blijkt dat ik het toen eigenlijk totaal verknald had in het eerste gesprek en dat hij daarover mijn vader had gebeld. Die inkoper heeft toen samen met mijn vader besloten om de ‘resetknop in te drukken’ en daarna zijn we er in het tweede gesprek toch uitgekomen. Hij gunde mij nog een kans”. Achteraf gezien vond Bob ook wel dat het wat raar was gegaan toen. “Maar mijn vader had mij nooit iets verteld!” Inmiddels is de jonge opvolger een ervaren directeur van een kraanbedrijf en kijkt hij met plezier terug op de lessen die hij moest leren. Zijn vader bouwde zijn werk langzaam maar zeker af. Een datum waarop hij definitief stopte met werken is er niet. “Hij komt nu nog geregeld naar kantoor om even een kop koffie te drinken of om de krant te halen. Als hij ziet dat ik druk ben, dan gaat hij weer”, vertelt de zoon over zijn vader.
Schaalvergroting
Bruijsten Senior wist het bedrijf in 25 jaar van zes naar vijftig kranen te brengen en ook Bob heeft een groeiambitie. Sinds de overname nam hij nog eens vijf kraanbedrijven over waardoor het bedrijf nu zeven vestigingen heeft in het oosten, noorden en het midden van het land. Hij verdubbelde de omzet van 8 naar 15 miljoen euro. “Schaalvergroting vind ik nodig omdat we aan bepaalde kwaliteitseisen willen voldoen. Ik heb ook veel meer geautomatiseerd, want daar was de laatste tien jaar weinig in geïnvesteerd”. En dan geeft Bob een inkijkje in marketingvisie van het bedrijf: “Mensen kennen ons als een kraanverhuurbedrijf, maar wat wij doen is eigenlijk iets anders. Wij verplaatsen iets van A naar B door de lucht.” Hij vertelt het serieus, want voorzien in de behoefte van de klant staat hoog aangeschreven bij Kuiphuis. “Een uitvoerder moet weten dat er maar één telefoontje voor nodig is om zijn verticaal-transport-probleem op te lossen.”
Tips aan opvolgers
“Trek pa aan de jas! Als je het wilt doen, doe het dan direct! Anders werk je voor een ander. Elk uur dat je in het bedrijf stopt moet je bij de overname nog een keer betalen”, is zijn dringende boodschap aan potentiële opvolgers in andere bedrijven die die ambitie nog niet hebben uitgesproken. Hij bedoelt dat meewerken in het bedrijf betekent dat je meebouwt aan het bedrijf, maar dat je die waarde bij een overname zelf mag betalen. En zegt hij: “Begin op tijd met het voorbereiden van de overname!”